Behandeling COPD

Er is geen genezing mogelijk voor COPD. En het is onmogelijk om de schade aan de longen ongedaan te maken. Maar de behandelingen van COPD kunnen helpen om de symptomen te controleren, het risico op complicaties te verminderen en de mogelijkheid op een actiever leven te verbeteren.

De algemene benadering van een stabiele COPD moet op maat worden aangepast aan elke individuele patiënt ten einde zijn symptomen te behandelen en zijn levenskwaliteit te verbeteren. In dat opzicht is de pulmonaire revalidatie één van de belangrijkste stukjes van de puzzel vanaf stadium II, wanneer de fysieke activiteit verminderd is, of de symptomen niet meer onder controle zijn ondanks een goede behandeling. Om de vicieuze cirkel, die resulteert in isolatie, te doorbreken, moet het programma multidisciplinair zijn met onder meer aandacht voor krachttraining (uithouding, verstreken van de ademhalingsspieren en ademhalingsoefeningen), educatie, voedingsadvies en rookstopadvies, psychologische en sociale ondersteuning en indien nodig kinesitherapie voor longdrainage. Deze revalidatie resulteert in een substantiële afname van het aantal hospitalisaties en van de duur van de opnames wanneer die noodzakelijk zijn. Ze verbeteren ook de inspanningscapaciteit en de levenskwaliteit.

Rookstop - Aanpassing van de Levensstijl

rookstopHet allerbelangrijkste in de behandeling van COPD is rookstop. Rookstop heeft een kortstondig positief effect op de longfunctie (vermoedelijk door het wegvallen van de actieve ontstekingsreactie die de irriterende stoffen in rook veroorzaken) en - vooral - zorgt ervoor dat de longfunctie niet verder aan het zelfde tempo slechter wordt. Zelfs in ver gevorderd COPD is rookstop nog nuttig, zoals duidelijk blijkt uit de onderstaande grafiek.

fletcher
de curve van Fletcher toont duidelijk de waarde van rookstop bij COPD
zelfs bij ver gevorderde gevallen wordt het verval van de longfunctie afgeremd na rookstop
Fletcher & Peto. 1977. The natural history of chronic obstructive pulmonary disease. BMJ; 1:1645-1648

Een andere aanpassing bestaat erin long irritantia te vermijden, zoals rook door passief roken, stof en dampen.

COPD patiënten zijn gebaat met revalidatie therapie waarbij aangepaste oefeningen kunnen leiden tot een betere conditie.

Een aangepast dieet kan nuttig zijn om ernstig gewichtsverlies tegen te gaan.

Medicatie

medicatieMedicijnen voor de behandeling van COPD zijn in te delen in 2 categorieën: luchtwegverwijders en ontstekingsremmers.

Luchtwegverwijders

Luchtwegverwijders of bronchodilatatoren zijn medicijnen die de spieren rond de kleine luchtwegen ontspannen. Het resultaat is dat de luchtwegen meer open gaan, waardoor het ademen gemakkelijker wordt. Er bestaan kortwerkende en langwerkende bronchodilatatoren. De kortwerkende worden ingenomen wanneer de patiënt het nodig vindt (omdat hij kort van adem is). Vaak zijn ze de enige therapie in het beginstadium van de ziekte. Langwerkende bronchodilatatoren worden dagelijks ingenomen door matige tot ernstige COPD patiënten.

Deze medicijnen worden ingeademd met behulp van een puffer (inhalator).

Inhalatiesteroïden

Ernstige gevallen zijn gebaat met inhalatiesteroïden (met behulp van een inhalator): medicijnen die de ontstekingsreactie in de longen tegengaan. Ze worden aanvullend aan bronchodilatatoren gebruikt.

Vaccinatie

Mensen met COPD behoren tot de risicogroep voor griepinfectie. Ze zijn erg gevoelig voor longinfecties en zouden best jaarlijkse inentingen tegen de griep en COVID19 krijgen.

Zuurstoftherapie

In vergevorderde gevallen is zuurstoftherapie aangewezen. Met een slangetje onder de neus wordt een hoge concentratie zuurstof aangevoerd.

Chirurgie

Als een deel van de long zodanig aangetast is door emfyseem dat het geen functie meer heeft in het uitwisselen van zuurstof kan het operatief wegnemen van dat deel van de long de symptomen verbeteren. Door de operatie ontstaat meer ruimte in de borstkas waardoor het wel nog functionele longweefsel meer plaats heeft.

Longtransplantatie

In een minderheid van de gevallen kan longtransplantatie aangewezen zijn. Er treden vaak complicaties op en de operatie is niet voor iedereen een optie.

De transplantatie van één enkele long kan een optie zijn voor sommige mensen met ernstig emfyseem, die voldoen aan specifieke criteria. Transplantatie kan de mogelijkheid tot ademen en actief zijn verbeteren, maar het schijnt te levensverwachting niet te verhogen en het kan zijn dat men lange tijd moet wachten voor men een donororgaan krijgt. De beslissing om een longtransplantatie te ondergaan is dus gecompliceerd.