Diagnose longfibrose
De diagnose van longfibrose wordt gesteld door medische beeldvorming, longfunctietesten en longbiospie.
Een voorgeschiedenis van erger wordende kortademigheid, die erger is bij inspanning, kan longfibrose doen vermoeden.
Tijdens het klinisch onderzoek kunnen met de stethoscoop soms knetterende geluiden in de borst gehoord worden.
Medische Beeldvorming
Op radiografie kan meestal littekenweefsel aangetoond worden. In beginnende gevallen kan de radiografie echter nog normaal lijken. Een hoge resolutie CT scan kan in dat geval wel de longschade aantonen.
Longfunctietesten
Met een eenvoudige spirometrie kan men een restrictieve longziekte (te laag longvolume) vermoeden. Dit kan bevestigd worden met een uitgebreider longfunctie onderzoek.
Een inspanningstest (ergospirometrie) kan verdere nuttige informatie opleveren.
Met een saturatiemeter kan een te laag zuurstofgehalte in het bloed aangetoond worden.
Longbiopsie
Een longbiopsie geeft een definitieve diagnose van longfibrose. Een weefselstaal wordt genomen via een bronchoscopie (waabij men met een dunne buis via de mond tot in de longen gaat) of via een kijkoperatie in de borstkas.
Microscopisch onderzoek van het weefselstaal toont de fibrose aan.