Diagnose longhypertensie

De diagnose van longhypertensie is moeilijk te stellen en kan alleen vastgesteld worden door een arts, na uitgebreid onderzoek.

Omdat de ziekte zeldzaam is en de symptomen in de beginfase sterk kunnen lijken op die van andere onschuldige ziekten wordt vaak niet meteen aan longhypertensie gedacht.

Tijdens het onderzoek worden onder andere bloedtesten en medische beeldvormende testen in (radiografie, CT scan, echocardiografie) uitgevoerd.

Ook onderzoeken van het hart, zoals ECG testen, worden vaak uitgevoerd om hartproblemen aan te tonen of uit te sluiten.

Een definitieve diagnose wordt gesteld door het meten van de bloeddruk in de longslagaders met een speciale katheter. De katheter wordt ingebracht via de lies, de halsslagader of een ader in de arm. Van daaruit wordt hij doorgeschoven door het hart naar de longslagader.

Na het stellen van de diagnose zullen bijkomende testen worden uitgevoerd om naar een onderliggende oorzaak van de longhypertensie te zoeken.

Een inspanningstest kan worden uitgevoerd om de ernst van de ziekte te bepalen. Er zijn vier gradaties:

  • Klasse 1: de patiĆ«nten hebben een diagnose van longhypertensie gekregen maar hebben nog geen symptomen.
  • Klasse 2: kortademigheid en pijn op de borst bij inspanning.
  • Klasse 3: de kortademigheid treedt op bij lichte, dagdagelijkse inspanning
  • Klasse 4: symptomen treden al op in rust