Oorzaak longhypertensie

De oorzaak van longhypertensie begint met een vernauwing in de vaten van de longen, wat ervoor zorgt dat de druk in de bloedvaten stijgt. Door de drukstijging komt een vicieuze cirkel op gang: de drukstijging leidt op termijn tot nog meer vernauwing van de bloedvaten (door schade aan de vaatwand en mogelijks bloedklontervorming) wat op zijn beurt de druk nog meer verhoogt. In sommige gevallen ziet men een stijging van het aantal gladde spiercellen die rond de vaatwanden liggen (groep 1: pulmonale arteriële hypertensie - zie hieronder). Deze vernauwing in de vaten kan verschillende oorzaken hebben.

Afhankelijk van de oorzaak en de behandelingsopties deelt men de ziekte in 5 groepen in:

  • Groep 1
    Tot deze groep behoren alle aandoeningen waarbij er afwijkingen zijn in het aantal gladde spiercellen in de vaatwand van de longslagaders.
    Deze groep omvat een aantal aandoeningen: idiopathische pulmonaire hypertensie (onbekende oorzaak, meest frequente vorm), erfelijke pulmonaire hypertensie, longhypertensie veroorzaakt door drugs of voedingsadditieven, PH veroorzaakt door andere ziektes (bindweefselziektes, HIV infectie, leveraandoeningen, congenitale hartziekte,...).
    In deze gevallen spreekt men ook wel van pulmonale arteriële hypertensie. De andere groepen worden dan bestempeld als pulmonale hypertensie.
  • Groep 2
    Longhypertensie met linkerhartziekte.
  • Groep 3
    Longhypertensie met gelijktijdig aanwezig zijn van een andere longziekte, zoals COPD of longfibrose.
  • Groep 4
    Longhypertensie veroorzaakt door longembolie.
  • Groep 5
    Longhypertensie veroorzaakt door andere ziektes, zoals bloedziektes, tumoren, metabole stoornissen, systemische aandoeningen (sarcoïdose),...

In de meeste gevallen kan geen oorzaak gevonden worden en gaat het om idiopathische pulmonale hypertensie of primaire pulmonale hypertensie (groep1).