Prognose longkanker

De vooruitzichten voor iemand met longkanker zijn helaas vaak niet goed. De reden is dat de ziekte meestal pas ontdekt wordt in een later stadium.

Als de kanker met succes bestreden wordt is er altijd een verhoogde kans dat hij later terugkomt.

De prognose hangt sterk af van het type kanker en de stagering.

Nietkleincellige longkankers groeien over het algemeen trager en zaaien minder snel uit van kleincellig longcarcinoom.

Niet-kleincellig longcarcinoom

De prognose is sterk afhankelijk van het stadium waarin de tumor ontdekt wordt.

Patiënten met tumoren in stadium I hebben een overlevingskans op 5 jaar van 60 tot 70%. Voor stadium II daalt dit tot 40 à 50%.

Stadium III patiënten hebben minder dan 30% kans om nog te leven na 5 jaar en voor stadium IV patiënten is het zelfs minder dan 5%.

Kleincellig longcarcinoom

Deze vorm is zeldzamer dan niet-kleincellig carcinoom, maar de prognose is veel slechter. Kleincellig longcarcinoom groeit snel en zaait gemakkelijk uit.

Op het moment van diagnose heeft de meerderheid van de patiënten de uitgebreide vorm met uitzaaiiingen of met aantasting van beide longen. De overlevingskans na 2 jaar is dan minder dan 5%.

Een derde van de patiënten heeft de gelimiteerde vorm en een overlevingskans op 2 jaar van ongeveer 40%.